Samenstellen bij ontbreken controle of deponering
- 5 april 2023
- van
- Arnout van Kempen
Recent heeft de Accountantskamer een vrij pittige maatregel opgelegd inzake een klacht tegen een samenstellend accountant, onder andere omdat deze de samenstelopdracht had aanvaard, wetende dat de klant controleplichtig was en niet van plan was deze plicht na te komen. Met name relevant is de tekst van paragraaf 5.7 uit de uitspraak. Hierin wordt verwezen naar NV COS 4410 en naar een andere uitspraak waar met name paragraaf 4.5 van belang is. Beide uitspraken samen geven een duidelijk kader aan accountants bij de aanvaardbaarheid van een samenstelopdracht van een klant die wel controleplichtig is, maar die controleplicht op dat moment niet naleeft. Ietwat kort door de bocht geformuleerd laten beide uitspraken samen zien dat de Accountantskamer als volgt overweegt:
- De controleplicht volgt uit BW 2. Niet naleven van die controleplicht is een economisch delict en derhalve in beginsel niet integer.
- NV COS 4410 vormt geen beletsel een samenstelopdracht te aanvaarden van een controleplichtige klant. Ook niet als de controle opdracht niet verstrekt is.
- Als de accountant onderbouwd concludeert dat de klant wel een controle-opdracht wil geven, maar dat lukt nog niet, en de accountant is daarover helder in zijn eigen dossier en naar de klant, dan kan een samenstelopdracht geaccepteerd worden.
- Het toetsmoment van de controleplicht ligt op het moment van aanvaarden van de samenstelopdracht, nadrukkelijk niet later.
Dit is een mooie, genuanceerde benadering die vooral de nadruk legt op de integriteitspositie van de accountant. Niet de controleplicht of COS 4410 zijn het probleem, er zijn geen directe formele problemen met het uitvoeren van een samenstelopdracht bij een ontbreken van de controle-opdracht, maar de accountant moet zich terdege vergewissen van de integriteit van de klant. Het plegen van een economisch delict is in beginsel niet integer, maar omstandigheden kunnen verklaren dat sprake is van een ongewilde situatie.
Heel fraaie uitspraken dus, wat mij betreft, die de kern van het accountantsvak, naar mijn overtuiging terecht, legt bij “integriteit”. Anderen zullen dat moralistisch vinden, maar tuchtrecht behoort in zekere mate moralistisch te zijn. Een beroep is meer dan de toepassing van binaire regels immers.
De uitspraak sluit ook perfect aan op de visie van “het beroep”, en dat is passend voor tuchtrecht. Ik ken letterlijk geen enkel accountantskantoor of -organisatie dat niet de regel kent dat samenstelopdrachten worden geweigerd bij klanten die controleplichtig zijn maar die verplichting niet nakomen.
Prachtig.
Maar toch komt hier een bijzonder punt op. Ik ken slechts twee kantoren die even radicaal zijn bij klanten die hun deponeringsplicht niet nakomen. Alle andere kantoren die ik ken gaan daar zacht gezegd “genuanceerd” mee om. Klanten die niet deponeren, terwijl ze dat zowel moeten als kunnen, worden veelal wel degelijk bediend. De bereidheid om het niet deponeren goed te praten (“straks worden de kinderen ontvoerd!”, “concurrentie!”, “geen belanghebbenden!”) of te negeren (“het is de verantwoordelijkheid van de klant!”, “we hebben op het risico gewezen!”, “de KvK doet er ook niets aan, zij zijn aan zet!”) is breed aanwezig.
Wie subjectieve indicator J6 kent, weet dat de Wwft hier geen onderscheid maakt. En bestudeer de Wet op de economische delicten om te snappen waarom. Niet deponeren en niet controleren zijn beide economische delicten van dezelfde orde.
Hoe kan het dan dat accountants massaal het ene delict strikt afwijzen, en de accountantskamer daarmee in overeenstemming pittige uitspraken doet over een accountant die daar van afwijkt, terwijl het andere goeddeels genegeerd wordt?
Het enkele wijzen op consequenties heeft de accountant uit de eerste afspraak niet mogen baten. Waarom zou dat dan wel baten als het om niet-deponeren gaat?
Het simpelste antwoord zal zijn: zolang niemand er een tuchtklacht over indient, kan iedereen zichzelf wijs maken dat er een principieel verschil is.
Als compliance officer is het je taak problemen te voorkomen, niet af te wachten tot er een klacht komt. Ik denk dat er voor collega’s bij kantoren die de deponeringsplicht minder zwaar wegen dan de controleplicht werk aan de winkel is.